Ondanks levenstestament toch beschermingsbewind

In een recente uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 2 maart 2022 (ECLI:NL:GHDHA:2022:387) heeft het Hof een verrassende uitspraak gedaan over een levenstestament.  

Volgens de wet moet iedereen die meerderjarig is, zijn eigen belangen kunnen behartigen. Dit betekent ook de financiële belangen. Het kan gebeuren dat men op een bepaald moment door lichamelijke of geestelijke problemen niet in staat is om tijdelijk of blijvend zijn/haar geldzaken goed te regelen. Om te voorkomen dat er hierdoor problemen ontstaan zijn er meerdere mogelijkheden.

Een van de mogelijkheden is om een levenstestament op te stellen bij de notaris. In het levenstestament wordt vastgelegd wie bevoegd is om in plaats van de betrokkene zijn financiële belangen te behartigen. Dit is meestal een bekende, zoals een kind of de partner. 

In sommige gevallen is het wenselijk dat een onafhankelijk persoon wordt aangesteld. Dan kan (professioneel) beschermingsbewind uitkomst bieden. Bij beschermingsbewind wordt er door de Rechtbank een bewindvoerder aangesteld, die de belangen van de onder bewind gestelde moet behartigen. De bewindvoerder beheert en beschermt het vermogen van de cliënt en zorgt voor een goede administratie.

Als er een levenstestament is opgesteld, is er in beginsel geen reden om andere wettelijke beschermingsmaatregelen zoals beschermingsbewind te nemen. Degene die in het levenstestament een volmacht heeft gekregen is dan bevoegd om het financieel beheer te voeren. 

In de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag was ook een levenstestament opgesteld waarin een gevolmachtigde was aangewezen om de financiële belangen te behartigen als de volmachtgever dat niet meer kon. De zoon van de volmachtgever vond dat de gevolmachtigde de belangen van de volmachtgever (zijn vader) niet goed behartigde.

Het Gerechtshof heeft eerst vastgesteld of de gevolmachtigde belanghebbende in de zin van artikel 798 lid 1 Rv is. Omdat zij in het levenstestament is benoemd tot gevolmachtigde om de vermogensrechtelijke belangen van de rechthebbende te behartigen en de instelling van de onderbewindstelling rechtstreeks haar rechten of verplichtingen als gevolmachtigde betreft, is de gevolmachtigde belanghebbende. 

Vervolgens heeft het Gerechtshof vastgesteld dat de gevolmachtigde de belangen van de volmachtgever niet goed behartigde. Volgens het Gerechtshof had de gevolmachtigde niet transparant geopereerd en had zij de belangen van de rechthebbende niet goed behartigd. Zij is onzorgvuldig met het vermogen van de rechthebbende omgesprongen, onder meer doordat ze een aantal schenkingen heeft gedaan. Op grond hiervan heeft het Gerechtshof een bewindvoerder benoemd die niet was aangewezen in het levenstestament.

De conclusie uit deze uitspraak is dan ook dat ondanks een levenstestament een rechter toch bewind kan instellen. Hiervan kan sprake zijn als de financiële belangen van betrokkene niet goed worden behartigd, of als er sprake is van zeer verstoorde verhoudingen. 

Dit is een artikel van Daniëlle Vegt uit onze nieuwsbrief Zorg. Geïnteresseerd in de zorg en het sociaal domein? Meld u aan via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. (noem daarbij ‘nieuwsbrief Zorg’).  

   

Wilt u meer weten over dit onderwerp of kunnen wij met u meedenken of u ondersteunen bij vragen in het gezondheidsrecht? Neem dan contact op met Jannet Terpstra (050-3140840 of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).    

 

Afgifte medisch dossier aan politie en justitie

Een ziekenhuis in Groningen heeft geweigerd het Openbaar Ministerie inzage te geven in een medisch dossier van een patiënt. Het medisch dossier betreft een jongetje van drie jaar dat in kritieke toestand in het ziekenhuis was opgenomen. Het OM verdenkt de moeder van het jongetje van een strafbaar feit, welk feit tot gevolg heeft gehad dat hij levensgevaarlijk ziek is geworden.  

De rechter-commissaris heeft na een verzoek van het OM ex artikel 92 Sv het medisch dossier inbeslaggenomen. Het OM heeft een strafrechtelijk onderzoek ingesteld en stelt de gegevens nodig te hebben in het kader van waarheidsvinding. Het ziekenhuis heeft ex artikel 552a Sv een beklag ingediend tegen de inbeslagname.

Op grond van artikel 98 Sv is inbeslagneming van dossiers bij een verschoningsgerechtigde in principe verboden. Dossiers mogen wel in beslag worden genomen als de arts hiervoor toestemming geeft. De arts kan alleen toestemming geven als de patiënt (of in het geval van een minderjarige, zijn wettelijke vertegenwoordiger) hiervoor toestemming geeft, als er een wettelijke plicht is (bijvoorbeeld bij infectieziekten) of als er sprake is van een conflict van plichten. Van een conflict van plichten is sprake als er zeer uitzonderlijke omstandigheden zijn die het waarheidsbelang laten prevaleren boven het beroepsgeheim (voor meer informatie over het beroepsgeheim en justitie zie Handreiking Beroepsgeheim en politie/justitie van KNMG).

Wanneer is er sprake van zeer uitzonderlijke omstandigheden? De Hoge Raad neemt daarbij de volgende factoren in aanmerking (zie onder meer HR 28 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU6088): 

  1. aard, omvang en context van de gevraagde gegevens;
  2. belang en ernst van de strafzaak;
  3. toestemming van de belanghebbenden;
  4. eventuele verdenking tegen de verschoningsgerechtigde;
  5. proportionaliteit en subsidiariteit;
  6.  belang van de gevorderde gegevens.

Daarbij is ook van belang dat de gegevens die worden opgevraagd onmisbaar zijn en niet op andere wijze te verkrijgen zijn.

Vanwege het feit dat de moeder wordt verdacht van een strafbaar feit, ga ik er van uit dat zij, als wettelijke vertegenwoordiger van het kind, geen toestemming heeft gegeven inzage te geven in het dossier. Dan kan de arts dus ook geen toestemming geven, tenzij er een wettelijke plicht voor de arts is of sprake is van een conflict van plichten. Het ziekenhuis stelt zich echter op het standpunt dat er geen conflict van plichten is, zodat het waarheidsbelang niet prevaleert boven het beroepsgeheim. Zij heeft onder meer naar voren gebracht dat de gegevens die het OM wil inzien zijn afgegeven aan de instantie waarbij het ziekenhuis het incident heeft gemeld. Het OM kan daar de gegevens opvragen.

Een ontwikkeling die enige tijd geleden in de rechtspraak is ingezet, is dat de uitzondering van de ‘zeer uitzonderlijke omstandigheden’ ruimer wordt uitgelegd. In meer gevallen dan voorheen is de Hoge Raad van mening dat het belang dat de waarheid aan het licht komt moet prevaleren boven het verschoningsrecht. Deze trend werd al ingezet in uitspraken die advocaten en notarissen betroffen en heeft zich doorgezet bij artsen en zorginstellingen. 

Hoe een en ander in het geval van het ziekenhuis zal worden beoordeeld, zal later blijken. Het beklag van het ziekenhuis is door de rechtbank ongegrond verklaard. Het ziekenhuis heeft tegen deze beschikking cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. 

Wilt u meer weten over dit onderwerp of kunnen wij met u meedenken of u ondersteunen bij vragen in het gezondheidsrecht of aansprakelijkheidsrecht? Neem dan contact op met Anita Winter (050-3140840 of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).   

Dit is een artikel van Anita Winter uit onze nieuwsbrief Zorg. Geïnteresseerd in de zorg en het sociaal domein? Meld u aan via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. (noem daarbij ‘nieuwsbrief Zorg’). 

  

Onderwereld boven water? Zoektocht naar georganiseerde criminaliteit in de Noordelijke zeehavens

Niet alleen grote havens als Rotterdam en Amsterdam zijn in trek bij criminelen. Ook kleinere zeehavens zoals Vlissingen komen regelmatig in het nieuws vanwege grote drugsonderscheppingen. Hoe zit dat met de Noordelijke zeehavens? Ook deze lijken aantrekkelijk voor de georganiseerde criminaliteit. Het beperkte toezicht en het veelal openbare karakter van de havens bieden gelegenheid voor criminele activiteiten. Kennis bij de politie en de ketenpartners over de aard en omvang van georganiseerde criminaliteit ontbreekt echter.

Hoe weerbaar is uw ambtelijke organisatie tegen ondermijning?

Een stagiair op de afdeling Burgerzaken die ongehinderd valse paspoorten kon verstrekken aan criminelen. Een toezichthouder die in zijn eentje toezicht hield in de haven en soms bewust de andere kant op keek. Een manager die tot € 10.000 onbeperkt diensten kon uitbesteden en dat steeds aan een bevriende partij deed. Het zijn zomaar wat voorbeelden waarin ambtenaren samenspannen met criminelen of (door intimidatie, bedreiging of omkoping) in hun macht zijn. De ambtelijke organisatie wordt dan ondermijnd. Hoe weerbaar is uw organisatie tegen dit soort ondermijning?

Wet MBVEO is weinig bekend maar bruikbaar tegen overlast

Pro Facto evalueerde in opdracht van WODC de Wet MBVEO (Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast). Deze wet biedt de burgemeester een instrumentarium om maatregelen te nemen tegen personen die voor ernstige overlast zorgen. Hoewel de wet in de volksmond ook wel de Voetbalwet wordt genoemd is deze niet alleen toepasbaar bij voetbalgerelateerde overlast, maar ook bij overlast in de wijk door bijvoorbeeld dak- en thuislozen, hangjongeren, overlast in het uitgaansleven of tijdens oud en nieuw. De wet geeft burgemeesters de bevoegdheid om een gebiedsverbod, een groepsverbod, een meldplicht op te leggen of een bevel aan ouders te geven met minderen tot twaalf jaar die voor ernstige overlast zorgen.

Hoe een milieuzaak uit de hand kan lopen

Een bedrijf dat in 2010 een vergunning kreeg om 10 vaten met afval (blusschuim uit brandblussers) op te slaan op het terrein en er uiteindelijk ruim 1.300 opsloeg. Hoe kon dat gebeuren? In opdracht van de gemeente Doetinchem, waar zich dat afspeelde, hebben wij dat onderzocht. 

Intervisie en training voor secretarissen

Als secretaris zit je soms wat op een ‘eilandje’ in de organisatie omdat je werkzaam bent voor een onafhankelijke commissie en niet voor het college. Bij sommige gemeenten ben jij alleen ‘het secretariaat’. Het is dan fijn om ervaringen te kunnen delen met en te kunnen leren van andere secretarissen.

Kostenbesparing bij WOZ-bezwaren

Het aantal ingediende bezwaar- en beroepschriften tegen de bepaling van de Waardering Onroerende Zaken (WOZ) door no cure no pay-bedrijven (ncnp-bedrijven) is in de afgelopen jaren gestegen. Wanneer een bezwaar- of beroepschrift (gedeeltelijk) gegrond wordt verklaard, kunnen ncnp-bedrijven een proceskostenvergoedingen krijgen die moet worden uitbetaald door gemeenten. Met het oog op de vraag of het mogelijk is deze kosten terug te dringen, onderzochten Pro Facto en Breuer&Intraval de werkwijze en het verdienmodel van ncnp-bedrijven. Hieronder leest u de belangrijkste bevindingen en mijn visie op hoe gemeenten de gemaakte kosten in de bezwaarfase kunnen verminderen. Deze lessen kunnen ook nuttig zijn voor kostenveroordelingen bij andere type zaken.

Mag het wat duidelijker?

Het bovenstaande in ogenschouw nemend komt de commissie tot de conclusie dat het college terecht en op juiste gronden gekomen is tot afwijzing van de subsidieaanvraag.’

 ‘Het bestreden besluit wordt beoordeeld tegen de achtergrond van de toepasselijke regelgeving, waarbij de commissie in ieder geval de volgende bepalingen van belang acht….’

‘Ingevolge artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo geldt bij beslissingen omtrent de verlening van een omgevingsvergunning voor de activiteit “Bouwen” het zogenaamde limitatief-imperatieve stelsel.’

 

Conclusie gewenst: rechtseenheid en rechtsontwikkeling bij de rechterlijke toetsing aan het evenredigheidsbeginsel

Hoe indringend moet de bestuursrechter bestuurlijke maatregelen toetsen en wat is daarbij de betekenis van het evenredigheidsbeginsel? Over deze belangrijke vraag moet staatsraad advocaat-generaal Widdershoven zich buigen. In totaal worden er ongeveer drie conclusies per jaar genomen. Een zeldzaam instrument dus. Maar hoe ziet een dergelijk proces eruit en wat kunnen we daarbij verwachten?  

Zoeken