Sociaal domein

Sociaal domein

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het sociaal domein en hebben taken op het gebied van werk en inkomen, schuldhulpverlening, zorg, zelfredzaamheid, participatie, inburgering en jeugdhulp. Deze taken zijn neergelegd in een aantal wetten: de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), de Jeugdwet, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Wet inburgering 2021. Daarnaast hebben gemeenten taken op het gebied van passend onderwijs, leerlingenvervoer, leerplicht, vroegtijdig schoolverlaten en de (jeugd)gezondheidszorg. Het gedachtegoed van 'één gezin, één plan, één regisseur' wordt inmiddels praktisch toegepast en de samenwerking tussen gemeenten en andere organisaties is geïntensiveerd. De termen ‘melding’, ‘keukentafelgesprek’, ‘eigen kracht’ en ‘sociaal/wijkteam’ zijn ingeburgerd.

Rond deze teams en de samenwerking in zijn algemeenheid doen zich verschillende (juridische) vragen voor:

  • Organisatievorm: wijkteams hebben soms rechtspersoonlijkheid, vaak ook niet. Wat is een adequate organisatievorm? Wat zijn de gevolgen per vorm voor de aansprakelijkheid, taakuitoefening, mandatering, besluitvorming, etc.?
  • Governance: zijn de taken, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden goed geregeld tussen de gemeenten en (welzijns)organisaties? Wie is aansprakelijk voor schade geleden of veroorzaakt door een wijkwerker? Zijn hierover goede afspraken gemaakt? Zijn in contracten voorwaarden gesteld aan het afsluiten verzekeringen?
  • Behandeling van bezwaren en klachten: door de samenwerking tussen gemeenten en (welzijns)organisaties is sprake van samenloop van verschillende procedures voor het behandelen van bezwaarschriften en klachten. Is duidelijk voor de burger waar hij/zij terecht kan en zijn afspraken gemaakt over de afhandeling? Verder zien we dat sommige gemeenten worden geconfronteerd met een grote toename van het aantal bezwaarschriften. Hoe kunnen deze bezwaarschriften adequaat, tijdig en inhoudelijk correct worden behandeld? En op welke wijze kan een werkend systeem van informele bezwarenafhandeling leiden tot meer tevreden burgers?
  • Gegevensuitwisseling en privacy: gemeenten beschikken over steeds meer persoonsgegevens door de samenwerking in de wijkteams. Hoe kan er voor worden gezorgd dat doelen op zorgterrein worden bereikt, maar ook de privacy zoveel mogelijk wordt gewaarborgd? En wat te doen bijvoorbeeld in de situatie dat een burger zich bij het wijkteam meldt met een zorgvraag maar tevens mogelijk onterecht bijstand ontvangt? Is de wijkwerker dit verplicht te melden aan de gemeente? En hoe verhoudt zich dat dan tot het doel van de wijkteams?
  • Kwaliteit van dienstverlening: Hoe kan de gemeent, als opdrachtgever en eindverantwoordelijke sturen op de (juridische) kwaliteit van dienstverlening? Bijvoorbeeld door het toetsen van uitgaande beschikkingen of het vertalen van rechtspraak naar de dagelijkse praktijk.

Vele organisaties in het sociaal domein, zoals zorg- en welzijnsinstellingen, ontvangen gemeentelijke subsidies voor het uitvoeren van hun taken. Een vraag die daarbij dan steeds meer van belang is, is wat de effectiviteit is van de subsidies. Dezelfde vraag naar effectiviteit doet zich voor bij de wijkteams. Deze teams worden ingesteld om bepaalde maatschappelijke doelen te realiseren. Hoe meet je of deze doelen behaald worden, of de wijkteams effectief werken? Aan welke randvoorwaarden voor effectmeting moet je voldoen om iets over de effectiviteit te kunnen zeggen? En wat moet je in dit kader vastleggen in het contract of de subsidiebeschikking?

Het sociaal domein is een groot en belangrijk dossier voor raadsleden en colleges. Complexe regelgeving, financiering en beleid vragen nog al wat kennis en inzicht om als volksvertegenwoordiger actief te kunnen bijdragen. Wat zijn de momenten voor raadsleden om invloed uit te oefenen in het proces? Wanneer kun je wat doen? En met welke instrumenten doe je dat? En welke kwantitatieve én kwalitatief informatie heb je nodig voor monitoring? Hoe geef je als raad invulling aan je controlerende of toezichthoudende rol in het sociaal domein? Zeker als je wilt sturen op transitie, als je bijvoorbeeld meer de beweging naar vroegtijdige signalering wilt maken, welke aandachtspunten en mogelijkheden zijn er dan?

Over de Participatiewet zijn steeds meer kritische geluiden te horen over de kaders waarbinnen en de wijze waarop aan mensen in financiële nood inkomensondersteuning wordt geboden. Zo was er bijvoorbeeld ophef over de terugvordering vanwege (het niet inlichten over) het wekelijks ontvangen van een tas boodschappen of rondom het stopzetten van de uitkering bij een gedwongen psychiatrische opname. Deze zorgen over de uitvoering van de Participatiewet richten zich op het terugvorderen van bijstand en het opleggen van een boete aan bijstandsgerechtigden, wanneer bepaalde verplichtingen niet of onvoldoende zijn nagekomen. De vraag wordt gesteld of de wet zelf en de uitvoering van daarvan door gemeenten niet te streng en onrechtvaardig is en of voldoende maatwerk wordt geleverd. Binnen de uitvoering van de Wmo ontstaat steeds meer aandacht voor het gegeven dat de inwoner wellicht minder zelfredzaam is dan gedacht.

Pro Facto verricht voor zowel rekenkamers, als voor gemeenteraden en colleges onderzoek in het sociaal domein. 

Pro Facto deed voor de gemeente Heerenveen onderzoek naar de rechtmatigheid en doelmatigheid van terugvorderingen en boetes op grond van de Participatiewet; we keken of beleid en uitvoering in overeenstemming zijn met wet- en regelgeving en of beschikkingen in lijn met het gemeentelijke beleid werden genomen.

Ook was Pro Facto betrokken bij het onderzoek van de Commissie Menselijke Maat Sociaal Domein Enschede. We keken welke beleidskeuzes zijn gemaakt wat betreft maatwerk en de menselijke maat, of en hoe dit werd geborgd in de uitvoering en hoe het evaluatieve proces binnen het sociaal domein was vormgegeven.

Pro Facto was mede-uitvoerder van het door BZK gefinancierde onderzoek ‘Anders monitoren in het sociaal domein’ waarbij samen met Movisie, Vilans en het NJI gewerkt werd aan het inzichtelijk maken van kennis, ervaring en methodieken in het sociaal domein. En tegelijkertijd de griffiers van de gemeenteraden van Almere, Breda, Heerenveen, Enschede en Borger-Odoorn werkten aan het versterken van de positie van de raad in het sociaal domein. Een project gericht op sturen en monitoren in samenhang.

Sinds 2024 is een van onze adviseur projectleider bij ‘de Almeerse aanpak’. Dat plan beschrijft hoe de raad de jeugdzorg in Almere wil organiseren, op basis van geleerde lessen, inzichten en een uitgewerkt waardenmodel. Dit plan is een praktische leidraad voor het nemen van beslissingen om de jeugdzorg beter en duurzaam betaalbaar te maken. De Almeerse aanpak legt de focus op politieke keuze: wat willen we eigenlijk, wat voor zorg willen onze inwoners bieden?

Chantal Ridderbos-Hovingh

uw contactpersoon
Chantal Ridderbos-Hovingh

Chantal is voor dit onderwerp onze contactpersoon.
Meer informatie over haar vindt u hier.
050 313 98 53

Neem contact op met Chantal

Zoeken