Bij beleidsevaluatie gaat het om de vraag hoe het beleid tot stand is gekomen en hoe de uitvoering in de praktijk is. Bij een rekenkameronderzoek gaat het dan in eerste instantie om de vraag welke kaders door de gemeenteraad zijn gesteld. We brengen in kaart welke doelen zijn gesteld en welke randvoorwaarden. Daarbij toetsen we ook in hoeverre deze doelen concreet genoeg zijn vastgelegd. Vervolgens kijken we naar de situatie in de praktijk. Bij evaluatie van het accommodatiebeleid wordt bijvoorbeeld inzichtelijk gemaakt welk maatschappelijk vastgoed er is en hoe het gebruik van sportaccommodaties contractueel is geregeld. Door de kaders te vergelijken met de praktijk kan een oordeel worden gegeven over de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid. Daardoor kan inzicht worden gecreëerd wat de bijdrage van het beleid was aan het bereiken van de doelstellingen.
Andere voorbeelden van rekenkameronderzoek waarbij sprake was van een beleidsevaluatie zijn de evaluatie van een sociale structuurvisie, evaluatie van het jeugdbeleid of evaluatie van VTH-beleid.