Gegevensbescherming

Kamer van Koophandel: de juridische belemmeringen voor een biobased economie

Sinds 2007 is er door de overheid en het bedrijfsleven de ambitie uitgesproken om de biobased economy tot ontwikkeling te laten komen. De biobased economy (BBE) is dat deel van de economie dat is gebaseerd op plantaardige en hernieuwbare grondstoffen. Met de biobased economy wordt ook vaak een toekomstige economie bedoeld die volledig op biomassa is gebaseerd en die bestaat uit kringlopen tussen de vele sectoren. Dit betekent dat de delen van de economie die voor hun grondstoffen afhankelijk zijn van olie, zoals de chemie-, transport- en energiesector zullen overstappen op hernieuwbare grondstoffen. In deze biobased economy zijn deze sectoren met elkaar verbonden om reststromen van de ene sector te gebruiken als grondstof voor de andere sector. Een deel van de economie is op dit moment "biobased": de grondstoffen voor de papier- voedsel- en agro-industrie zijn grotendeels plantaardig en hernieuwbaar.

De Nederlandse overheid voert sinds 2007 beleid om de BBE tot ontwikkeling te laten komen. Dit heeft meerdere doelstellingen. Ten eerste moet het bijdragen aan de duurzaamheiddoelstellingen van de overheid, door het reduceren van energiegebruik en broeikasgasemissies en het vergroten van het aandeel duurzame energie. En ten tweede biedt de BBE economische kansen voor de sectoren als agrosector, chemie, logistiek en energie.

Er zijn al vele stukken geschreven over de kansen en mogelijkheden van de BBE. Pro Facto en KNN Advies hebben een verkennend onderzoek uitgevoerd dat een een andere inslag heeft. Het beoogt de belemmeringen te verkennen die zich voordoen in de huidige ontwikkeling van de BBE. Deze belemmeringen worden in kaart gebracht door een literatuurstudie en door gesprekken met betrokkenen uit de BBE. Het onderzoek, uitgevoerd door stagiair Floris Haisma, richt zich specifiek op de vraag in hoeverre er juridische belemmeringen zijn in de ontwikkeling van de BBE in Nederland.

Ommelander Rekenkamer: handhaving van de openbare orde in Veendam, Slochteren en Hoogezand-Sappemeer

De 'Ommelander Rekenkamer' wil nagaan of en in hoeverre het handhavingsbeleid op het gebied van de openbare orde en veiligheid daadwerkelijk heeft bijgedragen aan de veiligheid in de gemeenten Slochteren, Veendam en Hoogezand-Sappemeer. Een onderzoek in de vorm van een quick scan moet hier een antwoord op geven. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Arena Consulting.

Rekenkamer Dronten: subsidiebeleid

Het onderzoek voor de rekekamer Dronten is erop gericht inzicht te krijgen in de vormgeving en uitvoering van het subsidiebeleid in de gemeente Dronten. De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt: In welke mate is het subsidiebeleid van de gemeente Dronten een effectief en efficiënt instrument in de uitvoering en realisatie van het gemeentelijke beleid?

Deze vraag valt uiteen in een aantal deelvragen binnen vijf thema's. Deze thema's zijn:
I. Juridische en beleidsmatige kaders
II. Aard en omvang
III. Doeltreffendheid
IV. Doelmatigheid
V. Sturing

Rekenkamercommissies Heerenveen en Leeuwarden: evaluatie armoedebeleid

In deze onderzoeken komen aspecten van het beleid, de uitvoering en effectmeting aan de orde. De vraagstelling combineert een breed overzicht van het gemeentelijk armoedebeleid met een verdiepingsslag op de uitvoeringspraktijk, de budgettaire kaders en het inkomenseffect van het gemeentelijk armoedebeleid.

Faillissement Barsema

Sinds januari 2008 is Timmerfabriek Barsema onderdeel van werkvoorzieningschap Novatec. Na de overname door Novatec werd een nieuwe fabriek geopend in Tolbert, naast het hoofdkantoor van Novatec. Eén van de doelen voor deze aanvulling op het Novatec-aanbod is dat via deze fabriek meer mensen naar regulier werk zouden kunnen worden begeleid.

Helaas verandert het economische tij in de jaren 2008/2009. Dat leidt er toe dat in 2009 een overlevingsplan wordt opgesteld. Uiteindelijk blijkt dat onvoldoende. Op 7 december 2010 wordt het faillissement uitgesproken over Timmerfabriek Barsema Tolbert BV.

Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling wil de gang van zaken rondom het faillissement laten onderzoeken. Daartoe is een onderzoeksopzet opgesteld, waaraan onder meer overleg met de betrokken gemeenteraden is voorafgegaan. Uit die onderzoeksopzet is de volgende probleemstelling te destilleren:

"Wat was de feitelijke toedracht rond de totstandkoming van de joint venture met Barsema en de verdere afwikkeling en overdracht daarvan tot en met het faillissement en welke lessen kunnen daaruit worden getrokken voor de toekomst?"

Pro Facto gaat dit onderzoek uitvoeren. Daarbij zijn drie doelstellingen leidend:
- leren van wat is gebeurd;
- beperken van de schade voor de deelnemende gemeenten, en
- het voortaan maken van betere risicoanalyses

Rekenkamercommissies Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, Opsterland, Skarsterlân jeugd- en jongerenbeleid

ââ

De gemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, Opsterland en Skarsterlân besteden allemaal aandacht aan jeugd in hun programmabegroting en het lokale gezondheidsbeleid. Daarnaast hebben enkele gemeenten integraal jeugdbeleid vastgesteld en is er beleid over bijvoorbeeld alcohol en drugs.

De gemeenteraden vragen regelmatig naar het effect van het gevoerde beleid. Dit was reden voor de rekenkamer van Gaasterlân-Sleat en de rekenkamercommissies van de gemeenten Lemsterland, Skarsterlân en Opsterland om onderzoek te doen naar het jeugd- en jongerenbeleid.

De centrale doelstelling van het onderzoek is erop gericht om inzicht te krijgen in de effecten van het jeugdbeleid in deze gemeenten. De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt:

Hoe is het jeugdbeleid van de gemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, Skarsterlân en Opsterland tot stand gekomen en uiteindelijk vormgegeven, op welke wijze wordt daaraan uitvoering gegeven en worden de doelstellingen van het beleid gerealiseerd?

Rekenkamercommissie Urk: integraal veiligheids- en jeugdbeleid

De gemeente Urk wil het 'integrale veiligheidsbeleid' onder de loupe nemen waarbij de focus ligt op het jeugdbeleid. Daarbij gaat het om twee onderscheiden, zijn het aan elkaar gerelateerde thema's: overlast door jongeren en alcohol en drugsproblematiek onder jongeren. De hoofdvraag van de Rekenkamercommissie luidt als volgt:
Hoe is het integrale veiligheidsbeleid in de gemeente Urk geformuleerd, specifiek als het gaat om de overlast van jongeren en het alcohol- en drugsbeleid onder jongeren, en wat zijn de resultaten van dit beleid?

Rekenkamercommissie Horst aan de Maas: centrumplannen

De rekenkamercommissie van de gemeente Horst aan de Maas wil onderzoek laten uitvoeren naar de uitvoering van de centrumplannen. Met de centrumplannen wenst de gemeente Horst aan de Maas een krachtige impuls te geven aan het centrumgebied van de kern van de dorpen. Het gaat hierbij om het versterken van het economische klimaat, het verbeteren van de inrichting van de openbare ruimte en het verbeteren van de leefbaarheid. Het centrumplan Horst is gerealiseerd. De uitvoering van het centrumplan Grubbenvorst is in volle gang.

De vraag die in dit onderzoek centraal staat luidt: In hoeverre voert de gemeente Horst aan de Maas centrumplannen doeltreffend en doelmatig uit?

Doel van het onderzoek is om inzicht te verwerven in de centrumplannen die door de gemeente Horst aan de Maas zijn opgesteld en in de wijze waarop de gemeente Horst aan de Maas de plannen heeft uitgevoerd. Op basis van dit inzicht moet een oordeel worden gegeven over de doeltreffendheid en doelmatigheid van de uitvoering van de plannen.

RKC Ede - Klacht- en bezwaarafhandeling

De rekenkamercommissie van de gemeente Ede gaat onderzoek uitvoeren naar het proces van klacht- en bezwaarafhandeling binnen de gemeentelijke organisatie. Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de afzonderlijke processen van het behandelen van klachten en bezwaarschriften zijn georganiseerd, hoe het in de praktijk verloopt en hoe het door inwoners van Ede wordt ervaren. Het onderzoek moet inzicht geven in de wijze waarop de gemeentelijke organisatie met klachten en bezwaren omgaat, welke lessen daaruit worden getrokken en in hoeverre dit leidt tot een kwalitatief betere procesbehandeling en dienstverlening aan inwoners.

De rekenkamercommissie Ede voert haar onderzoeken in de regel zelf uit, inclusief het schrijven van de rapporten. Slechts incidenteel wordt externe expertise ingehuurd. In dit onderzoek ondersteunt Pro Facto de rekenkamercommissie bij enkele onderdelen.

Rekenkamercommissie Hendrik-Ido-Ambacht: de maatschappelijke effecten van subsidies

Met het verstrekken van subsidies zijn grote maatschappelijke, politieke en financiële belangen gemoeid. De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht verstrekt jaarlijks ongeveer € 3,8 miljoen aan subsidies. Door het verstrekken van subsidies kan een gemeente instellingen en organisaties stimuleren bepaalde activiteiten te verrichten zodat de gemeentelijke beleidsdoelen worden behaald. Hierbij is vrijwel altijd sprake van een wederkerig belang. De gemeente wil bepaalde doelen behalen, terwijl de instelling haar activiteiten graag wil uitvoeren. Uiteindelijk is dit in het belang van de  burger. Het effect van een subsidie kan zijn dat een sportvereniging kan blijven bestaan, dat de contributie voor minder draagkrachtige leden laag kan blijven, et cetera. In opdracht van de rekenkamercommissie van Hendrik-Ido-Ambacht onderzoekt Pro Facto de volgende centrale onderzoeksvraag: Wat zijn de maatschappelijke effecten van de Wmo- en welzijnssubsidies en in welke mate zijn de subsidies doelmatig en doeltreffend?

Chantal Ridderbos-Hovingh

uw contactpersoon
Chantal Ridderbos-Hovingh

Chantal is voor dit onderwerp onze contactpersoon.
Meer informatie over haar vindt u hier.
050 313 98 53

Neem contact op met Chantal

Zoeken