Overheidsorganisaties moeten meer doen om discriminatie te voorkomen bij samenwerking handhaving sociale zekerheid

Overheidsorganisaties moeten meer doen om discriminatie te voorkomen bij samenwerking handhaving sociale zekerheid

Voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) deden wij onderzoek naar privacy en het voorkomen van discriminatie bij de Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI). In de LSI werken overheidsorganisaties zoals gemeenten, het UWV en de Nederlandse Arbeidsinspectie samen in projecten. Dit doen ze om te zorgen dat mensen en bedrijven zich houden aan de regels in de sociale zekerheid (bijvoorbeeld voor uitkeringen) en de arbeidswetten. Een project kan gaan over een wijk. Of over een onderwerp of een soort bedrijven, zoals de horeca. Op 4 november 2024 stuurde de minister het onderzoeksrapport naar de Tweede Kamer. Lees hier direct het rapport, of klik hier voor de Tweede Kamer-documenten.

Onderzoek naar privacy en voorkomen discriminatie bij de LSI

De LSI moet bij projecten de rechten van inwoners respecteren. Bijvoorbeeld het recht op privacy en het verbod op discriminatie. Dat betekent dat de LSI-organisaties niet zomaar informatie over mensen (persoonsgegevens) mogen delen of gebruiken. En dat zij bij projecten mensen niet anders mogen behandelen om hun afkomst, geloof, beperking of wat voor reden dan ook.

Pro Facto, adviesbureau Hooghiemstra & Partners en Femke de Vries hebben onderzocht wat de LSI doet om bij projecten de privacy te beschermen en discriminatie te voorkomen.

Resultaten van het onderzoek

Privacy

Uit het onderzoek blijkt dat de LSI veel aandacht heeft voor privacy bij de projecten. Wat beter kan is dat de overheidsorganisaties die samenwerken in een LSI-project vanaf het begin ook samen verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de persoonsgegevens. Nu heeft vooral de bedenker van een project een grote rol. De samenwerkende organisaties hebben nu geen inzicht in elkaars manier van selecteren van (persoons)gegevens. Dat inzicht is wel nodig. Elke organisatie moet namelijk kunnen beoordelen of zij de gedeelde informatie van andere organisaties volgens de wet mag gebruiken.      

Voorkomen discriminatie 

De LSI heeft nu te weinig maatregelen vastgelegd om discriminatie te voorkomen, en moet meer toetsen en controleren. De LSI onderzoekt voor, tijdens en na projecten niet goed genoeg of projecten discriminerend uit kunnen pakken. Vooral het risico op indirecte discriminatie is minder goed in beeld.  Indirecte discriminatie betekent dat regels of voorwaarden die neutraal lijken, toch als gevolg hebben dat een bepaalde groep ongelijk wordt behandeld.

Adviezen

Onze adviezen gaan over drie fases van een LSI-project: de keuze om het project te starten, het plan en de uitvoering.

  • De keuze: voordat je begint aan een project, moet je samen bedenken waarom het project nodig is, of het project niet te veel ingrijpt in de rechten van mensen, en of het project geen onderscheid maakt tussen groepen mensen. Dit moet je goed uitleggen en opschrijven in het projectplan.
  • Het plan: als je een projectplan maakt, moet je samen onderzoeken wat de gevolgen kunnen zijn van het project voor de persoonsgegevens en de gelijke behandeling van mensen. Dit moet je ook goed uitleggen en opschrijven in het projectplan.
  • De uitvoering: als je het project gaat uitvoeren, moet je zorgen dat iedereen die meedoet het projectplan kent en zich eraan houdt. De projectleider moet dat controleren, ook wat betreft de bescherming van persoonsgegevens en gelijke behandeling. Ook moet je tussendoor kijken of je in het project niet per ongeluk onderscheid maakt tussen mensen.

 Meer informatie?

Wilt u meer weten over dit onderzoek of dit onderwerp? Neem contact op met projectleider Heinrich Winter.

Zoeken