Het invoeren van een griffierecht leidt tot het inperken van de rechtsbescherming bij een kwetsbare groep, omdat gedetineerden zich in een afhankelijke positie bevinden en vaak een laag inkomen hebben. Eerdere discussies over een griffierecht voor klachten van gedetineerden hebben telkens niet tot invoering geleid. Uit ons onderzoek in opdracht van WODC komen de in deze discussies genoemde nadelen van een griffierecht opnieuw naar voren.
Aanleiding onderzoek
In detentie neemt het aantal klachten gestaag toe. De RSJ constateert dat in het adviesrapport ‘Spanning in detentie’ (2019). De toename van het aantal klachten wordt volgens de RSJ in belangrijke mate veroorzaakt door een ‘klagen-om-te-klagen-cultuur’. Daardoor wordt een groot aantal zogenoemde ‘futiele klachten’ ingediend en raakt het beklag- en beroepssysteem verstopt. Het invoeren van een griffierecht zou volgens de RSJ een mogelijke oplossing zijn voor dit probleem. Pro Facto heeft onderzocht of dit klopt en welke neveneffecten te verwachten zijn.
Discussie over oorzaken van stijging van aantal klachten
Sinds 2013 neemt het gemiddeld aantal klachten per gedetineerde per jaar toe, maar over de oorzaak van deze toename aan klachten kan worden gediscussieerd. Dat er een ‘klagen-om-te-klagen-cultuur’ zou bestaan en dat gedetineerden steeds meer ‘futiele klachten’ indienen, is niet te onderbouwen met cijfers. Uit het onderzoek komt naar voren dat er geen eenduidige definitie van de term ‘futiele klacht’ bestaat. Daarnaast worden ook andere mogelijke oorzaken voor het stijgende aantal klachten genoemd, zoals de invoering van het systeem van promoveren en degraderen, de wijziging van de Wet straffen en beschermen en de cultuur in de inrichtingen waaronder de relatie met penitentiair inrichtingswerkers.
Effecten van een griffierecht
De vraag is of de veronderstelling dat een financiële prikkel het aantal klachten van gedetineerden kan verminderen, juist is. Ervaringen met andere sectoren (advocatuur, medisch tuchtrecht, gerechtsdeurwaarders en het notariaat) laten zien dat het aantal klachten inderdaad vermindert na invoering van een griffierecht. Of de daling enkel komt door het invoeren van een griffierecht is lastig te zeggen, omdat dit ook veroorzaakt kan worden door andere maatregelen. Daarnaast is niet aantoonbaar dat een griffierecht leidt tot het indienen van minder ‘futiele klachten’.
Juridische grenzen
Analyse van de juridische mogelijkheden laat zien dat het mogelijk is om een griffierecht in te voeren wanneer sprake is van een legitiem doel. Tegelijkertijd mag een griffierecht niet leiden tot een onevenredige drempel om in beklag te gaan. Deze drempel kan aanwezig zijn als het bedrag te hoog is en wanneer er voor gedetineerden geen andere mogelijkheden zijn om hun recht te halen. Een griffierecht mag niet zo beperkend zijn dat bepaalde groepen gedetineerden (bijvoorbeeld met een laag inkomen) helemaal geen klacht meer kunnen indienen.
Alternatieven
Er zijn ook alternatieven denkbaar voor het tegengaan van het stijgende aantal klachten. Een voorbeeld van zo’n alternatief is het investeren in de relatie tussen penitentiair inrichtingswerkers (begeleiders) en gedetineerden. Dit kan door motiverende gespreksvoering, maar ook door bemiddeling van een klachtenfunctionaris (mediation). Ook het verhogen van procedurele eisen en het strenger houden aan ontvankelijkheidseisen door de Commissies van Toezicht en de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) kunnen bijdragen aan het verlagen van het aantal klachten.
Beleidsreactie
In de beleidsreactie op het onderzoek geeft de minister voor Rechtsbescherming aan dat met het oog op de rechtsbescherming van gedetineerden er zwaarwegende argumenten bestaan om niet een wettelijk griffierecht in te voeren. Daarnaast wordt aangegeven dat het invoeren van griffierecht naar verwachting zal leiden tot een verhoging van de administratieve lasten. De minister ziet het heffen van griffierecht dan ook als een ultimum remedium en wil eerst alternatieve verbetermaatregelen samen met de betrokken partners verder onderzoeken.