De gemeente Heerenveen wilde inzicht in de rechtmatigheid en doelmatigheid van terugvordering en boetes in de bijstand. In het afgelopen half jaar heeft Pro Facto hiernaar onderzoek verricht. Erwin Krol, projectleider, en Chantal Ridderbos-Hovingh, senior onderzoeker, waren bij dit onderzoek betrokken. Zij vertellen over hun ervaringen en opvallende bevindingen.
Wat is het belang van dit onderzoek?
Erwin: ‘De Participatiewet staat volop in de politieke en maatschappelijke belangstelling. Kijk bijvoorbeeld naar de aandacht voor het terugvorderen van de bijstand in de ‘boodschappenaffaire’ in Wijdemeren. De landelijke politiek vraagt zich inmiddels af of de Participatiewet niet te streng is, zeker omdat het vaak om (financieel) kwetsbare burgers gaat. In de gemeentelijke uitvoering wordt al langer de strengheid van de wet ervaren. Dit leidt ook tot de vraag of gemeenten wel de ruimte van de wet maximaal opzoeken en voldoende maatwerk leveren. Heerenveen wilde ook graag weten of de gemeente ‘het hoofd én het hart’ gebruikt bij terugvordering en boetes in de bijstand.’
Ruimte in de Participatiewet bij terugvordering en boete? Is die ruimte er dan?
Chantal: ‘In 2013 is de Participatiewet gewijzigd en moeten gemeenten verplicht terugvorderen en een boete opleggen, als de inlichtingenplicht is geschonden. Dit gebeurde, omdat de wetgever stevig wilde inzetten op een harde aanpak van fraude. Deze verplichting suggereert alsof er geen ruimte is voor eigen gemeentelijk beleid en uitvoering. Dat is niet waar. De Participatiewet kent een hoop vage en open formuleringen, zoals ‘dringende redenen’; ‘onverwijld’; ‘redelijkerwijs op de hoogte zijn’. Dit biedt het college de ruimte voor interpretatie en lokale beleidskeuzes.’
‘Veel van deze termijnen zijn ingevuld vanuit de jurisprudentie. Te vaak wordt deze jurisprudentie gezien als instructie voor de wijze waarop de regelgeving moet worden toegepast. Dit leidt tot een interessante spanning met de menselijke maat: een rechterlijke uitspraak sluit niet uit dat een andere - ruimhartiger - toepassing niet óók rechtmatig kan zijn.’
Erwin: ‘Daarnaast geldt dat het college meer ruimte heeft om van terugvordering af te zien als deze niet voortkomt uit een schending van de inlichtingenplicht. In de wet gaat het hierbij dan om een ‘kan’-bepaling. Dit geeft ruimte voor een individuele belangenafweging.’
Wat viel op bij jullie onderzoek?
Erwin: ‘Het Heerenveense beleid geeft in onze ogen beperkt inkleuring aan open begrippen van de Participatiewet. Het beleid geeft hierdoor te weinig richting aan de uitvoering. De ruimte van de wet wordt onvoldoende benut. Zo is er geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen de verplichte en niet-verplichte terugvordering.’
‘Tegelijkertijd wijst het onderzoek uit dat in de uitvoering ‘werken vanuit de bedoeling’ leidend is. Dit kwam naar voren bij het bestuderen van bijna zestig dossiers en uit de gesprekken met medewerkers. ‘Werken vanuit de bedoeling’ betekent dat bij terugvordering en boete de gehele individuele situatie in kaart wordt gebracht en maatwerk wordt geleverd. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld een verlaging of het geheel afzien van een terugvordering of boete. Medewerkers zoeken de ruimte in de wet en proberen maatwerk te leveren. De strenge landelijke lijn is niet overgenomen in de gemeentelijke uitvoering.’
Wat zijn de lessen voor de gemeente Heerenveen?
Chantal: ‘Belangrijke les is dat het beleid en de uitvoering beter op elkaar moeten aansluiten. Wat betekent ‘werken vanuit de bedoeling’ concreet bij terugvordering en boete? Hoe geeft de gemeente invulling aan de ruimte van de Participatiewet? Het beleid moet inzicht geven in deze bestuurlijke keuzes.’
Erwin: ‘Bij terugvordering en boete is preventie van groot belang. De regels zijn ingewikkeld en het ‘doenvermogen’ van burgers wordt vaak overschat. Voorlichting over rechten en plichten moet maatwerk zijn en de gemeente moet begrijpelijk communiceren. Daarom zou de gemeente moeten kijken naar de gewenste balans tussen preventie en repressie.’
Zijn er lessen voor andere gemeenten?
Erwin: ‘De inzichten uit en de lessen voor Heerenveen zijn zeker ook relevant voor andere gemeenten. Benut de gemeente de ruimte in de Participatiewet maximaal? Wordt voldoende aangesloten bij de leefwereld van de bijstandsgerechtigde? Kan meer inzet op preventie voorkomen dat de inlichtingenplicht (onbedoeld) wordt geschonden? Gemeenten zouden kritisch hiernaar moeten kijken, als zij de menselijke maat (meer) centraal willen stellen.’
Klik hier om het onderzoeksrapport te downloaden.
Wilt u meer informatie over een onderzoek naar de menselijke maat in de bijstand, bijvoorbeeld door een quick scan op het gemeentelijk beleid of een verdiepend onderzoek naar de gemeentelijke uitvoering van terugvordering en boete? Neem dan contact op met Erwin Krol of Chantal Ridderbos-Hovingh, telefonisch op 050-3139853 of per mail aan