Begin dit jaar berichtte het ministerie van VWS dat alle BIG-geregistreerde hulpverleners (waaronder artsen, verloskundigen en fysiotherapeuten) hun registratienummer (BIG-nummer) voor patiënten inzichtelijk moeten maken in hun communicatie. In de onderliggende amvb (Stb. 2019, 111) is aangegeven dat het gaat om websites en andere digitale media, briefpapier, facturen en in de wachtkamer. Eerder werd ook nog voorgesteld om het BIG-nummer op recepten te vermelden, maar dat werd geschrapt omdat het weinig toegevoegde waarde zou bieden.
De datum waarop deze verplichting ging gelden is 1 april 2019, waardoor kortdurend de indruk ontstond dat het hier om een 1 april grap moest gaan. Al snel bleek dat het niet om een grap ging en ontstond verontwaardiging in het veld. KNMG en andere zorgorganisaties hebben een brief gestuurd naar de minister met de vraag waarom de nieuwe maatregel niet met hen is afgestemd. De minister heeft dit overleg met zorgorganisaties alsnog toegezegd en heeft de Inspectie gevraagd na de invoeringsdeadline van 1 april nog niet te controleren op de verplichte vermelding van het BIG-nummer door zorgprofessionals.
Senior onderzoeker Nicolette Woestenburg legt uit: "Voor veel zorgverleners kwam de verplichting om het BIG-nummer in correspondentie te vermelden als een complete verrassing én het werd door hen al snel als een onnodig instrument bestempeld. Als iemand mijn mening vroeg over deze ‘belachelijke’ regelgeving moest ik echter - enigszins schoorvoetend -toegeven dat de minister met deze maatregel één van de aanbevelingen uitvoert die collega’s van Pro Facto en ik zeven jaar geleden hebben gedaan bij evaluatieonderzoek over de Wet BIG (zie hier)… Hoewel ik mijn vraagtekens plaats bij de omvang van de maatregel, ben ik wél voorstander van deze nieuwe maatregel."
Tijd om het eens nader uit te leggen. Waarom is dat BIG-nummer relevant?
De Wet beroepen in de gezondheidszorg (Wet BIG) is in 1997 tot stand gekomen met als doel een waarborg te bieden voor kwaliteit. Eén van die kwaliteitswaarborgen is de verplichte registratie van beroepen en de bescherming die deze geregistreerde beroepen wordt geboden. Daarnaast was beoogd dat de registratie een publieksvoorlichtende functie heeft. Nicolette: "Toen wij de wet in samenwerking met de Universiteit Utrecht en de Rijksuniversiteit Groningen in 2012 evalueerden bleek dat de zoekfunctie van het BIG-register nauwelijks werkt en in elk geval zeer zelden gebruikt wordt door patiënten. Het BIG-nummer was en is de meest betrouwbare methode om een zorgverlener te kunnen vinden, maar dit nummer wordt nergens gebruikt en patiënten kenen het dus niet. Wij hebben daarom destijds aanbevolen om op websites en op facturen het BIG-nummer te vermelden, om de publieksvoorlichtende functie van het BIG-register nieuw leven in te blazen."
"Het gebeurt helaas wel vaker dat het doel van een regeling tijdens het schrijfproces van een regeling wat vergeten wordt. Het doel is hier het vindbaar maken van het BIG-nummer voor patiënten, zodat zij hun zorgverlener in het BIG-register kunnen opzoeken. Voor het behalen van dit doel is het zeker niet noodzakelijk dat het nummer in álle communicatie bekend wordt gemaakt. Daarnaast is het bekend maken van het BIG-nummer door zorgverleners alleen niet genoeg. Patiënten moeten ook, bijvoorbeeld via een publiekscampagne, geïnformeerd worden over deze mogelijkheid. Met andere woorden: ik geef een grote JA voor het bekend maken van het BIG-nummer, maar een grote NEE voor de manier waarop. Het is goed dat er alsnog met beroepsgroepen wordt gepraat over de implementatie en ik hoop op een voor zorgverleners laagdrempelige verplichting (lees: enkel op websites) tot het vermelden van het BIG-nummer."
Neem voor meer informatie contact op met:
Nicolette Woestenburg (