WODC: omvang niet-hiërarchisch tuchtrecht

Van juni tot september 2007 voerde Pro Facto onderzoek uit naar de stand van het wettelijk niet-hiërarchisch tuchtrecht in Nederland. Het doel van het onderzoek was te komen tot een overzicht van voornamelijk kwantitatieve gegevens over het functioneren van deze tuchtcolleges. Het ging daarbij om de gegevens over de jaren 2001-2006.

De centrale vraag van het onderzoek luidde als volgt: Wat is de feitelijke aard en de omvang van de wettelijke, niet-hiërarchische tuchtrechtelijke procedures in de periode 2001-2006 voor de advocaten, accountants, beroepsbeoefenaren in de individuele gezondheidszorg, gerechtsdeurwaarders, notarissen, octrooigemachtigden, loodsen, diergeneeskundigen, zeevarenden en de beroepen van het economisch tuchtrecht?

Deze onderzoeksvraag is uiteengelegd in een groot aantal deelvragen, waarin wordt gevraagd naar het aantal en de samenstelling van de tuchtcolleges, de wijze van financiering van de colleges en de leden, de hoogte van de kosten van het tuchtrecht, het aantal ingediende tuchtzaken en de wijze waarop deze worden afgedaan. Ook zijn vragen gesteld over de mogelijkheid van hoger beroep en de mate waarin hiervan gebruik wordt gemaakt en alternatieve procedures voor het beslechten van geschillen.

Zoeken